Ik kan u niet vergeten, mijn simpel landekijn, bij mensen die veel weten, veel hebben en veel zijn. Ik heb u nooit verloren uit d'ogen van mijn ziel Mijn dorpken en mijn toren en vaders zingend wiel. Dat zingend wiel van vader, het bracht met staag geruis den rijken avond nader en 't bruine brood in huis. Draait door mijn zang bij tijden een harder ronken rond, het maakt in lust en lijden mijn armen trots gezond.